Techno 22: Kunstmatige intelligentie II

Enkele basiselementen - Deel II

In dit hoofdstuk buigen we ons over de redeneervermogens van onze machines of "intelligente agenten" (met agent bedoelen wij een intelligente machine die ook de vorm van een virtuele machine kan aannemen; zie Techno 19). Een agent die begiftigd is met redeneervermogens bezit aanvankelijk een zekere kennis van de wereld rondom zich, een kennis die zich bevindt in wat we een "kennisbank" noemen en waarvan de structuur bepaald wordt door de "weergave van de kennis". Deze kennisbank bevat "feiten", die de toestand van de wereld beschrijven, alsook "verbanden" – logische of andere – tussen deze verschillende feiten. De agent gebruikt bijvoorbeeld de logische redenering om zijn beschrijving van de wereld (de feiten van de wereld) te actualiseren en te onderhouden wanneer hem een stimulus bereikt. In dit document zijn wij geïnteresseerd in een vereenvoudigde vorm van logisch of rationeel gedrag – referenties van meer gespecialiseerde werken zullen vermeld worden.

In de kunstmatige intelligentie bestaan er grosso modo twee types van kennisweergave: de weergave gebaseerd op de logica en de weergave gebaseerd op een "connectionistische" aanpak (bijvoorbeeld kunstmatige neurale netwerken). De eerste is bijzonder nuttig om expliciete kennis te modelleren, terwijl de tweede eerder aangewezen is in het geval van processen die moeilijk te verklaren of uit te drukken zijn. Deze twee aanpakken zullen verderop geïllustreerd worden.

Techno 22 (515 kB)